Kajkyt – KRST (2xVinyl)

 


 
 
 
„Krst“ is a 75 minutes long dark electronic piece, combining minimal beats and atmospheric drones with brutal noise, accompanied by Byzantine influenced voice and choir.
The piece was created between 2005 and 2009 and has been mixed by Oktopus, mastermind of dark hip hop pioneers Dälek, at their Deadverse Studios.


The release comes as a double LP box deluxe in a very limited edition. Also available as CD-R for a few bucks less.

This record was released in cooperation with Wire Globe Recordings and God Records (Kajkyts own label).

Reviews:

Nach „The Compromise Is Not Possible“ erscheint nun das nächste Werk „Krst“ von Slobodan Kajkut. „Krst“ teilt sich in 4 Stücke, ist beherrscht von Monotonie und Wiederholung. Zeit und Geduld sind ein Muss, will man sich dieser Platte widmen. Es beginnt mit Stille. (Pause.) Aus dem Nichts erklimmt langsam ein Massive Attack'scher Bass, welcher nach geraumer Zeit aus seiner Einsamkeit gelöst wird, getragen und begleitet nun von einem dumpfen monotonen Schlagwerk. Monoton, wiederholend. Schrieb ich schon, es ist monoton, wiederholend? Auf diesem Meditationsteppich sitzt du nun für die meiste Zeit dieses Werks. Der Teppich, sein Rhythmus ein Bild der Wanderung. Über diesem umkreisen sich plötzlich ferne Oszillatoren, bilden Höhlen, flirrende, flimmernde Elektrowellen. Groß Weit. Aufdringlich nun. Düster wird’s. Das Schlagwerk legt sein Dumpfes ab, bis es verstummt und Schwebung bleibt, geerdet durch den Bass. Ende Erster Akt. Zweiter Akt. Byzantinischer Gesang, repetativ und fremdsprachig. Verse, melodisch leicht variierend, der tragende Bass, der monotone Beat. Gebetsmühlen mahlen. Immer wieder. Und immer wieder. Fernes Eisgestängetreffen in hallenden Bädern, Flirrendes. Dezente Elektrorhythmikelemente gesellen sich zu uns, Spannung schwillt, bricht, manches fällt und aufersteht, Flächen aus den unteren Registern. Wieder und wieder. Dritter Akt. Der schon bekannte Einstieg, das einsame Bassgemurmel. Ist er der Hauptprotagonist dieser Geschichte? Ist er der Ausgangspunkt verschiedener Möglichkeiten? Auf ihn legt sich ein müllendes Störsignal; schleicht sich ein. Rauschwellen, im fernen Dunst Tonfarbenpunkte. Man ahnt, diese Möglichkeit wird nicht so angenehm. Und nun ist es. Das Feedbackhölleninferno, jagend schreiender Tonschlund. Das monotone Schlagwerk vorheriger Zeiten hier im Industrial-Modus, wird zum stampfenden Moloch mit seinen 12 schreienden, fluchend heulenden, weit aufgerissenen Hälsen, Kreissägen behängter Rachen. Alles wird zu Brei geprügelt und schrill exorziert – langsam. Und gründlich. Sirenen-artiges klingt aus, und eine Schwere, bis zur beinahe Unerkanntheit verzerrter Riff, stolpert in die Stille. Und man erinnert sich, der monotone Bass geleitet uns in den letzten Akt. Vierter Akt. Meditativer Didgeridoo-alike Sound wummert sich ins Gebein, Massive Attack'scher Beat nimmt uns die Gelassenheit. Die Sphären verdoppeln sich um das Vielfache, der Beat springt sich in die Rock-Gerade und wird zur Dominanten. Einige Minuten später löst sich der Rhythmus auf, es bleiben Elektrogezwirre, fluoreszierende Sinusse. Abgang. Applaus, Dankeschön. Kaufen.
freiStil

Appearing in a pitch black carton box, with a cross on it, four cards with more crosses, this is also available as a 2LP set, but I think it works better as a CDR release: the four pieces should be heard without any interruption. Its not easy to say who does what here. The music is 'recorded, mixed and produced by Kajkyt', in the period 2005 to 2009. Is that a band, or just one person? There is also mention of a choir, which I didn't detect, although one of the pieces has voice. Highly atmospheric music of drones, created largely (I think) with the use of guitars and electronics. To that there is the addition of slow, pounding drums, which aren't exactly heavy and slow, but light and slow (in a sort of meditative post rock/trip hop tradition), except in the third section, when all instruments go wild and heavy, before coming down to earth in the fourth section. The second section has a voice which sounds like a Byzantyne priest. A top heavy release, both in terms of music and package. One to fit a grey winters day and perhaps less to a sunny monday filled with football and fun. Although it brings contemplation.
Vital Weekly

Das einzige Licht in gottverlassener Schwärze kommt von fünf weißen Kreuzen auf einer wortkargen Blackbox. Die transportiert das Opus von Slobodan Kajkut wie ein Sarg einen transsylvanischen Blutsauger. Der Komponist aus Banjaluka hat gute Verbindungen nach Graz durch seine Lehrjahre bei Georg Friedrich Haas und Clemens Gadenstätter und als Drummer von The Striggles. KRST, ähnlich großartig, aber wieder anders angelegt wie sein Monstre sacré Disintegration of European Union für Großes Orchester, 3 Gitarren, Bass und 2 Drum-Sets oder das an SunnO))) erinnernde The Compromise is not possible für Hexenstimme, Gitarre, Schlagzeug und Orgel, kommt viergeteilt und dauert 75 Min. Das Kajkut-typische Pathos ist anfänglich gebändigt zu minimalistischem Postrock, mit stur monotonem, aber leichthändigem Drumming und brummendem Basso continuo. Darauf quellen Dunkelwolken und im 2. Satz der elegische Klagegesang einer Männerstimme. Den Bass, der zuerst allein überleitet zum 3. Satz, verstärkt da repetitives Gitarrenriffing. Doch mehr und mehr beginnt infernalischer Lärm aufzurauschen, in den sich jaulende Sirenen und auch wieder das Schlagzeug mischen, jetzt mit schweren Schlägen. Wer sagt, Pathos sei passé? Mit der Gitarre, die sich allein aus diesem Chaos schält, verklingt der 3. Satz, und nach einer Dröhnwelle als Überleitung bestimmt wieder automatenhaftes Drumming den 4. Der öffnet sich ganz langsam als schwarzer Schlund, aus dem ein lang gezogenes, anschwellendes ooooooooOOOO ertönt, das ganz zuletzt in schnarrendem Gebrumm untergeht. Da stöchern Pommesgabeln vergeblich in der Luft. Da kann man nur noch das Kreuzzeichen schlagen.
Bad Alchemy

Hoe gaat dat dan, vraag je je af. Hoe gaat dat dan? Dan gaat het zo:
Hij zit daar maar. Hij neemt een slok whisky. Hij staat verbijsterd naar de woorden die hij zojuist geschreven heeft:
Stel je voor.,
staat daar. “Shit,” denkt hij, “zo kun je toch godverdomme geen resensie beginnen?” Maar het staat er echt. Stel je voor, staat er. Niets anders.
De woorden zijn opgeroepen door de muziek. Daarvoor buigt hij deemoedig het hoofd. Als recensent is hij slaaf van de muziek. Hij schrijft maar wat de muziek hem opdraagt. Niets meer. Niets minder. Dus als de muziek hem zegt deze resensie te beginnen met Stel je voor, dan begint deze resensie met Stel je voor. Als is het dan een godverdoemmes klotekliesjee.
Dus. Stel je voor, schrijft hij. En: dat je iemand tegen zou komen. Nu staat er: Stel je voor dat je iemand tegen zou komen. Hij kan er nog steeds niet van houden. Maar de muziek wil het. Wil:
Stel je voor dat je iemand tegen zou komen. Iemand van vroeger. Iemand om wie je gegeven hebt. Veel. Een vrouw. Laat het een vrouw zijn. Laat het een vrouw zijn waar je heel veel om gegeven hebt. Het hoeft niet perse een oude vlam te zijn. Al zou dat helpen. Je zou haar gewoon zo maar ergens tegenkomen. Na vijftien jaar, of langer nog. Het zou niet zo gaan dat je haar gezocht had. In een van je nostalkiese buien waaraan je dagen zo rijk zijn en je nachten nog rijker. Of een van je dronken buien misschien. Of een kombinaasie van die twee. Het komt voor. Je denkt aan oude tijden, en aan hoe ze zoveel leuker waren dan ze werkelijk waren, en je zoekt de mensen die daarbij horen misschien ieverans op the internet. Maar dit keer zou het zo niet zijn. Je zou gewoon op straat lopen. Je zou op weg zijn naar een afspraak misschien. Of het zou een vrije dag zijn, en je zou gewoon maar wat kuieren. Ineens kom je haar tegen. Ineens staat ze daar. Weer. Na vijftien jaar.
Stel het je voor. Er ontspint zich een gesprek tussen jullie. En verdomme, het is niet eens een moeizaam gesprek. Eigenlijk is het een ontspannen, humorvol, prettig, fijn, mooi gesprek. En het ene woord neemt het andere mee. Jullie besluiten op kaffee te gaan. Je was bij nader inzien toch niet op weg naar een afspraak. Wanneer zou je trouwens ook ooit. Jullie gaan op kaffee en jullie drinken, en lachen, en praten. Over jullie nieuwe levens, jullie nieuwe liefdes, jullie nieuwe banen, jullie nieuwe bestaan. En het is mooi. En later, in de nacht, als je terug naar huis loopt, denk je dat een deel van je altijd zal blijven houden van die vrouw.
En subiet voel je je schuldig. Niet omwille van je vrouw. Niets of niemand komt ooit tussen jou en je vrouw. Niets of niemand zal ooit boven je vrouw komen te staan. Dat weet je. Dat weet je eenvoudigweg. Je voelt je schuldig omwille van jezelf.
Gewoon. Omdat je dacht dat die vrouw. Dat zoon soort vrouw. Dat een vrouw als zij. Dat die hoorde bij vroeger. Bij wie je toen was. Je dacht dat je het achter je gelaten had. Je wist niet dat je haar dat je een vrouw zoals zij dat je die vrouw ooit nog zo lief zou kunnen vinden als je zojuist deed. Het voelt als verraad aan jezelf. Het voelt als wakker worden en terug twenty-something zijn, en die ellende had je toch gehad, met dat stomme twenty-something zijn. Het voelt als terug wonen in je oude huis, en het nieuwe was groter, en mojer, en verdomme dat oude huis was je hoe dan ook ontgroeid. Het voelt als regressie. Het voelt prettig. Het voelt goed. Maar het voelt ook als regressie.
Zo. Dat schrijft hij. Dat schrijft hij allemaal. En hij overleest wat hij geschreven heeft, en hij is er nog steeds niet wild van. Maar hij kan zich bij zijn eigen woorden een bepaalde vrouw voorstellen en hij denkt dat dat goed is. Dan is het in elk geval beeldend genoeg, mompelt hij. Tegen niemand in het biezonder. Tegen de muur achter zijn kompjoetur misschien. En dan komt het. Komt het gevreesde bruggetje. Want nu wil hij gaan praten over Krst van Kajkyt. En hij wil een vergelijking trekken tussen de situwasie met die vrouw van vroeger, en het luisteren naar deze seedee. En dierhalve zal hij die gevreesde, die walgelijke, die belachelijke woorden uit zijn botten moeten slaan:
Zo ook is deze seedee
en godverdomme hij zit brakend achter zijn kompjoetur wil je wel geloven. Maar hij schrijft. Dapper. Verder.
Zo ook is deze seedee. Krst van Kajkyt. En aannemen mogen we, aannemen doen we, aannemen kunnen we dat Krst voor Krist, Christ, staat. En Kajkyt voor het janken van de gele hond. De seedee komt in een zwart vierkant doosje. Zwart alles zwart. De seedee zwart (zelfs de afspeelbare zijde!). Het doosje zwart. Het binnenhoesje zwart. De losse kaartjes die bij de seedee in het doosje zitten zwart. Alles zwart. Behalve een ding. Het kruisbeeld. Dat is wit. En overal dat witte kruisbeeld in die zee van zwart. En sommige kruisbeelden staan fier overeind. En andere liggen op hun linkerzijkant. En andere liggen op hun rechterzijkant. En andere staan ondersteboven. Satanskruizen.
Die zweer. Zo al niet At war with Satan van Venom, dan toch wel – naja. Throbbing Gristle. Spk. Swans. Alien Sex Fiend. Scraping Foetus of the wheel. Nurse with wound. Psychic tv. Nine Inch Nails. Coil. Misschien zelfs. Test Department. Sjaak wilde je o zo graag die elpee lenen van Test Department. Je wilde niet. Je haat het om elpees te moeten lenen. Als ze goed zijn is het alleen maar een hard gelag dat je ze ooit nog terug moet geven. En anders. Je zit daar maar met zoon domme elpee. Heel de weg naar huis fiets je over eieren gelijk omdat je bang bent een krasje op die elpee te zullen brengen dat er nog niet was. En zoon ding staat in je kamer, op je platendrajer, je moet hem godverdomme het weekend echt es drajen, hij moet terug, Sjaak wacht erop. En het was godverdomme midst de eindeksamens, wie leent er nu elpees uit midst de eindeksamens, eigenlijk moest je blokken. Maar je luistert hem toch maar, en je vindt er geen donder aan. En je kunt nooit zomaar zeggen dat je er geen donder aanvindt, je kunt ook niet zeggen dat je hem erg goed vindt, die eikels gaan je altijd vragen. Wat vond je van Dit Nummer, wat vond je van Dat Nummer. Je wil dat gezeik niet. Je haat het om elpees te leen te krijgen.
Bij het allerlaatste eindeksamen nam je die Test Departmentelpee weer mee terug naar school. Sjaak was er niet. Die zak miste graag alles, die zak miste zeker ook graag een belangrijk eksamen.
Bij de diplomauitreiking was hij er ook niet. Later hoorde hij dat hij naar Zuid-Amerika was afgereisd. En nu tussen de indianen zat. Ofzo.
Die Test Deparmentelpee heb je nog steeds. In het tasje waarin Sjaak m aan je gaf. De elpee staat op zolder, het tasje errond.
Het is de muziek die je dacht ontgroeid te zijn. Zwarte romantiek noemde je dat. Godverdomme, wist jij veel. Je was zeventien, of achttien, of negentien, en alles wat duister was vond je interessant. Met al je kleren zwart, al je gedachten zwart, en de kringen onder je ogen zwart. Zelfs de godverdomse nacht vond je interessanter dan de dag. Heelderdagen ofnee heeldernachten zat je daar. Voor het raam van je slaapkamer. Je zat in de vensterbank. Je dronk bier. En keek naar buiten. Daar was niks te zien natuurlijk, alleen af en toe een auto die langskwam. Of een fietser. Maar je zat daar, je dronk, je keek, en je had zoon seedee in de speler. Niet te hard natuurlijk. Want dan gingen je ouders zeiken.
Dat was toen. Dat was die gozer die je toen was. Nu ben je die gozer niet meer. Nu heb je ook overdag leren leven. Je hebt een vrouw, een baan, je kunt je redden in de maatskappij. Je hebt geleerd dat al die donkerdoenerij zomwijlen naar aanstelleritus neigen kan. En dat er zoveel andere muziek is, ook mooi, en niet perse duister.
Sjee. Dan komt Kajkyt. En HET IS GODVERDOMME DE MOOISTE SEEDEE SINDS JAREN!!! (of naja, in ieder geval sedert de vorige mooiste seedee sinds jaren). Shit. Shit. Shit. Weer terug bij af. Als die droom die IEDEREEN volgens mij wel een keer gehad heeft: je wordt gebeld door je oude school, er is een fout gemaakt met je eksamen, je hebt je diploma helemaal niet gehaald, je moet weer terug naar school, je moet bepaalde vakken overdoen, je staat daar weer, in alle vroegte, in het fietsenhok, je blaast wolkjes in de winterkou, de plaat van Sjaak hangt aan je fietsstuur, je denkt Hier ben ik godverdomme toch veels te oud voor.
Hier ben ik toch godverdomme veels te oud voor. Ik ben toch veels te oud om dit soort dingen nog mooi te vinden. Denk je. Maar je vindt het wel mooi. Bloedmooi zelfs. Als je nog tranen overhad, zou je janken om deze prachtmuziek. Maarja. Die tranen heb je allemaal al gestort toen je die vent in de vensterbank was.
Er is één redding. Kajkyt laat een “gematureerd” geluid; het klinkt oneindig veel subtieler dan die dik houten planken die hun zaagsel toen via de boksen van je stereo je kamer in spuwden. Ga maar na. Vier tracks in vijfenzeventig minuten. Het bouwt op, gaat niet al direkt op de vuist lijk de onbezonnen jongelingen. Het is al een halve minuut voor je daadwerkelijk iets van een geluidje horen kan, en pas na drie minuten zet iets als een bietje in. Naja. Een bietje. Het klinkt eerder of iemand zonder al te veel lust af en toe met een stokje op een omgekeerde emmer tikt. Acht minuten ver, en de gebruikelijke dark ambient-geluiden voegen zich toe aan wat tot dan toe niet meer dan een heerlijk verslavend basje en die lome biet was. Gezoem. Gesuis. U kent het wel. Nog eens vier minuten later krijgt de drummer er ineens zin in: hij gaat ineens zijn hele drumstel gebruiken voor een prachtig tamtamtamTAK tamtamtamTAK tamtamtamTAK tamtamtamTAK, heel de tijd maar tamtamtamTAK. Het is zoon beetje alles wat we deze track te horen zullen krijgen.
De twede track trekt presies op de eerste, alleen komt er ook nog zang bij. Met een beheerste, bijna klassieke zangstem zingt een man iets in een taal die je niet spreekt maar die heel erg mooi klinkt. Het kon een taal ween die je zou willen spreken, nu, gelijk, struin the internet af naar loi taalkursussen, alleen je weet niet welke taal dit is. Naar het einde toe wordt het nog bijna heftig ook, maar de mannen hervinden hun rust en sluiten al net zo ingetogen onderhuids broeierig af als ze begonnen zijn.
Meer. De derde track. Lichtelijk eksperimentele klanken doen hun intrede. De drummer weet na al die tijd ook niet meer waar hij het zoeken moet en begint uit louter frustraasie maar door zijn trommels heen te meppen. Elektrieke gitaren fuzzen en zoemen en jammeren en janken. Later zwakt de herrie af, zwevend, hangend in midderlucht sluiten we af. Gezongen wordt er deze track niet. Dat was ook niet nodig.
Vierde track herneemt de rust van de eerste (eigenlijk zijn alle track gewoon versies van die eerste). Al klinkt het stokje-op-omgekeerde-emmer nu elektronieser dan eerst. Het blijft wel een uiterst eenvoudige biet. Dat wel. Het koor zet in en zingt op zijn allerbiezantijnst AAAAHHH HAHAAAHHH, en de biet wordt aanvankelijk aarzelend maar al ras steeds heftiger overgenomen door zoiets als een echte drummer met een echt drumstel. Je kunt het nauwelijks geloven, maar hij durft ook zijn simbalen gebruiken nu.
Deze plaat werd gemikst door Oktopus van Dälek en verrek ja, iets van hun donkere hiphop herken je wel terug in Krst. Een soort vertraagde Dälek. Met zang. Maar er is meer. Onder de noise, de elektronika & de guitaren kun je Eyvind Kang horen, echt waar, kom luisteren. Niet Eyvind Kang zelve natuurlijk, maar de zweren zoals hij die neerzet. En met een beetje goede wil klinkt dit zelfs een beetje als… Arvo Pärt, ik mag liegen als ik niet de waarheid spreek. Duister, ja. Maar n soort oost-europeese duisterheid. Hoe kultureel verantwoord. Dàt is je redding.
Zo schrijft hij. Dan is de seedee afgelopen, de resensie geschreven. De kompjoetur gaat uit. En hij de deur. Het is per slot van rekening nacht geworden, en hij is nu voor één nacht terug een nachtvlinder. In de hal kijkt hij in de spiegel. Hij probeert te ontdekken of hij er woest aantrekkelijk uitziet, of alleen maar woest misschien.
Zo. Zo gaat dat. Je wilde weten hoe dat dan ging. Wel. Nu weet je het.
De Recensent

Dear Slobodan Kajkyt,
This morning I received from you a piece of music so introverted that for the first two and a half minutes I thought you'd sent me a blank disc. When it finally ghosted into life it sounded like the sort of music that soundtracks the game Ben plays on his Playstation in which people turn into spiders and you have to kill them with a spade.
Round about the six minute mark, a note sounded in the distance which was gradually joined by a few others which slowly coalesced and drifted through my room like a unwanted spectre until the point at which I had to open the window to let something pure and natural in to combat it. After about ten minutes I started to wonder whether or not what you had sent me was a live recording of the Videodrome signal and my brain was quickly developing a malignant tumour which would eventually render me completely insane. Imagine my relief when, a few minutes later, the familiar sound of a repetitive drum sound displaced the unearthly whisperings and provided me with somewhere in which to moor my fragile psychological vessel. But like the sirens on the rocks which so enchanted Odysseus, your lilting call continued to plague mine ears.
I don't know whether or not that was your voice which started calling out to me after about twenty five minutes as time and space had ceased to have any meaning and had collided with reason and truth and evolved into a purer form of terror than man has ever known. Somewhere in here resides the phantasm of Popol Vuh and by the sound of it, Florian wants his synthesisers back, if I were you I would go to his grave immediately and offer some form of restitution. I don't know for sure but I would imagine his remains are interred somewhere in the desert at Sinai.
It was at the very beginning of the forty fourth minute that I started to see colours that have not been invented yet, a voice that smelled like emancipation told me the name of one of these new colours was "Kel'Jan" but it may have been tempting me like the serpent bewitched Eve. I will spend the remainder of my days in pursuit of that voice and the clarification that only it can provide.
I think I may be sitting in a cave high in the hills of Lebanon, writing these words on the wall with a piece of wood with a coal-blackened tip, because as forty became fifty and later twenty five or six to four, a grinding screech which sounded like an angle-grinder giving birth to a malfunctioning power drill invaded my mind like nothing before. I can't find my way out of this cave and there is little to nourish me so for the sake of our burgeoning relationship, I will bring my notes to a close now and commend you once again on a piece of music so immersive I have forgotten who I am, why I am or why I ever was.
PS. Find the person who wrote your press release and shoot them. Describing something as "John Cage meets trip hop" is the most ridiculously absurd sentence ever written in the English language; if John Cage had ever written anything as mad as this, he would have instantly had a stroke and died. Oh, hang on...
Yours sincerely
Collevtive Zine

Ein Abstieg in die Finsternis, das bedeutet diese Musik. Alles schwarz, es prangt ein Kreuz auf der Pappschachtel. Irgendwie gibt es einen Dälek-Bezug, aber eigentlich ist in Haltung und Ästhetik die hoffnungslose Welt des Schwarzmetals der Horizont. KRST klingt wie ein erster Testballon eines Sideprojekts einer Gruppe Musikerm, die eigentlich etwas anderes machen. Im echten Leben, quasi. Wer weiß, wer da wirklich hintersteckt. Wir referieren artigst: Herr der Ringe (extended version, klaro), Scorn, Sunn O))), Controlled Bleeding Phase Golgatha. Echter Bleibass, dumpfe Elektronik, verzweifeltste Stimmen. Aus dem Jenseits. zumindest dem Jenseits der Glasscheibe...
aufabwegen

Een zekere Slobodan Kajkut schuilt achter het eenmansproject Kajkyt. De hoes van 'Krst' geeft alleen een wit kruis weer, de rest is gehuld in niets dan zwart. Slechts vier nummers met een totale speelduur van 75 minuten; Slobodan neemt rustig zijn tijd en dat wordt gewaardeerd. 'Krst' begint met een sfeervolle dark ambient track, voortgedreven door een kale drumbeat en een zware baslijn. Lounge geschikt voor depressievelingen en treurwilgen. So far so good, maar wanneer een Byzantijns eenmanskoor over de somberheid begint te prevelen, slaat de sfeer om en is het gevoel van kitsch niet meer te vermijden. Bij het derde nummer gaat Kajkyt los, en ontaardt de ingetogen drumloop in een venijnig slagsalvo volgens beproefd industrieel concept. Feedback en achtergrondnoise piept en kraakt, en vormt het explosieve hoogtepunt op dit album. Distorted hip hop voor industriëlen, zeker als blijkt dat producer Oktopus van noise-hoppers Dälek betrokken is geweest bij het studiowerk. Na de storm wordt de rust weer opgezocht en keert de lome beat van toen weer terug, met wederom het geluid van een koor, maar slechts gereduceerd tot één aanhoudende toon geloopt tot het oneindige. Zo horen we het wel graag. Langzaam zwelt het geluid van de drum aan en zorgt het slot voor een simpel maar effectief staaltje hypnose. Op één misser na, is 'Krst' een eenvoudig staaltje vakwerk in de betere ritmische dark ambient.
Gonzo Circus

Slobodan Kajkut is a composer who studied classical music. In his compositions, he also uses electronic and rock music. 'Krst' is an album under the alter ego Kajkyt, and the album can be described as five quarters output of dark ambient and drones with beats, noise and mysterious voices. The complete project has been mixed by Oktopus, mastermind of dark hip hop pioneers Dälek.
In the first untitled track the beats in combination with a noisy drone have the same feel as Godflesh had when Justin Broadrick was interested in the hiphop/dubstep stuff. Especially the first part of the record is very intense and hypnotizing. In the second track Slobodan Kajkut is slightly changing his path. The beats are continued and he's incorporating Slavonic words with a dark ambient undertone. His vocals are a 'hate or love it'-thing, but I give him the benefit of the doubt.
The dark atmosphere is continued for more than one hour making it a bit boring. Especially track two takes just a bit too long (this one lasts for 25 minutes). Untitled track three is again much noisier and grabs the attention again. Still this one is bouncing too long on the same sound just as the first part of track four.
In the last five minutes the beat finally is going up and that was really needed, because otherwise this record would've petered out. Overall, 'Krst' leaves the listener with mixed feelings. Sometimes the bleak sounds touch your soul, at other moments they are tiresome.
asice.net

Price: €30.00

This product has sold out.